Samenwerking tussen zorg en sport is winst voor jongeren met beperking

Sporten en bewegen levert jongeren met een chronische aandoening of beperking allerlei fysieke, mentale en sociale voordelen op. Om deze jongeren daarvan te laten profiteren, is het belangrijk dat ze goed begeleid worden. Zorgprofessionals als kinderfysiotherapeuten spelen hier samen met bijvoorbeeld buurtsportcoaches een grote rol in. Met de verbinding tussen zorg en sport valt op lokaal niveau veel te winnen voor jongeren met een beperking!

Bewegen levert jongeren in algemene zin heel veel voordelen op. Denk bijvoorbeeld aan fysieke voordelen als sterkere botten en spieren en een betere motoriek. Het zorgt ook voor minder stress, meer zelfvertrouwen en een sterkere sociale binding bij teamsport of samen bewegen. Hoewel deze voordelen bekend zijn, bewegen veel kinderen en jongeren te weinig. Kinderen met een chronische aandoening of beperking bewegen nog minder dan leeftijdsgenoten zonder gezondheidsproblemen.

Drempels

Volgens kinderfysiotherapeut Ellen Hemler kan een betere verbinding tussen zorg en sport helpen om jongeren met een beperking actiever te krijgen. “Sporten en bewegen is voor kinderen met een chronische aandoening of beperking vaak ingewikkelder. Daar moeten we ons meer bewust van worden Zo zijn er onvoldoende rolstoeltoegankelijke sport- en beweeglocaties, zoals speeltuinen. En wat dacht je van de financiële drempel voor gezinnen met een kleine portemonnee?”, vertelt ze in een artikel op Allesoversport.nl

Brede blik

Omdat sport en bewegen voor jongeren met een beperking lastig kan zijn, is goede begeleiding extra belangrijk. Die taak rust volgens haar niet op de schouders van één professional. Kemler vindt het belangrijk dat er met een brede blik naar de jongeren wordt gekeken. In de kinderfysiotherapie wordt met een model gewerkt waarbij het hele functioneren van het kind qua gezondheid, activiteiten en participatie in kaart wordt gebracht. “Met dit model kijk je vanuit een brede bril naar de situatie. Welke fysieke mogelijkheden heeft het kind bijvoorbeeld? Wat vindt hij of zij fijn en belangrijk? En is er genoeg ondersteuning vanuit thuis, school of sportclub?”

Het hele netwerk in kaart

Die aanpak helpt bij het in kaart brengen van alle professionals die een rol kunnen spelen om de jongere van zorg naar sport te helpen. Denk daarbij aan: leerkrachten / gymdocenten, een kinderfysiotherapeut, huisarts, buurtsportcoach, de gemeente voor het WMO-loket en natuurlijk organisaties als Uniek Sporten. Het is volgens Hemler goed om alle betrokkenen zo vroeg mogelijk te betrekken. “Bijvoorbeeld: als sporten bij een vereniging het doel is, neem die club vanaf het begin mee. Zo bouw je samen iets op en creëer je een plek voor het kind. Bovendien wennen kind en ouders zo aan het idee van (weer) meedoen aan sport.”

Luisteren

Het allerbelangrijkste advies wat zij wil geven aan professionals die met jongeren werken is: luister goed naar hun wensen. “Zij willen bijvoorbeeld niet altijd in clubverband sporten, maar vaak juist vrij en op hun eigen manier. Door goed af te stemmen met de jongeren en hun wensen, vind je mogelijkheden om te bewegen en sporten die bij hen passen.”

Lees het hele artikel op allesoversport.nl:

Foto: Shutterstock